Rmelo
Op weg naar huis zat ik tegenover
een vrouw die mij vroeg: waar moet u zijn?
Ermelo, zei ik, waarop haar reactie: Almelo,
maar zit u dan niet in de verkeerde trein?
Ik liet de R rollen: Ermelo. Ja, Almelo,
maar dat ligt toch bij Hengelo?
Almelo ligt bij Hengelo,
maar ik ga naar Ermelo.
Ze keek mij niet-begrijpend aan:
Emmelo, waar mag dat zijn?
Ermelo,
dat Veluwse dorp
van de lekkende tenten,
de dansende bomen op Drie,
de moord op strand Horst,
de freules van Leuvenum,
de heidevelden bij Speuld.
Ermelo,
waar wilde zwijnen tuinen mollen,
edelherten burlen tijdens de bronst,
vloeken niet is toegestaan.
Ermelo,
van DVS, Dindoa en EFC,
Veldwijk, Emaus, ’s Heeren Loo.
Ermelo.
Ze keek nog steeds met ogen als schotels,
waarop ik een laatste poging deed:
bij Harderwijk. O, Harderwijk, sprak zij,
pakte haar spullen en verliet de coupé.
Fiet van Beek, 2016
Geschreven vanwege de benoeming tot dorpsdichter, voorgedragen bij de installatie als dorpsdichter op 1-4-2016